Oostende (Frans: Oostende) is een Belgische havenstad van ongeveer 70.500 inwoners, gelegen in de Vlaamse provincie West-Vlaanderen en met uitzicht op de Noordzee. Het gemeentelijk grondgebied omvat de eigenlijke stad en drie kleinere steden, die vervolgens bij de instelling van de gemeente zijn gevoegd: Mariakerke, Stene en Zandvoorde.
Geschiedenis
Oostende is de belangrijkste stad aan de Belgische kust. In de oudheid was het niets meer dan een klein vissersdorpje gebouwd aan de oostkust (Nederlands: oost-einde) van een eiland (Testerep genaamd), gelegen tussen de Noordzee en een kustmeer. Hoewel klein, kreeg het dorp rond 1265 de status van ‘stad’, toen de bewoners een reguliere markt mochten houden.
De belangrijkste bron van inkomsten was natuurlijk de visserij. De Noordzeekust is altijd vrij onstabiel geweest en in 1395 besloten de bewoners om een nieuw Oostende te bouwen achter grote dijken en weg van de dreiging van de zee. De strategische ligging aan de Noordzee gaf Oostende een grote troef als haven, maar bleek ook een bron van problemen. De stad werd vaak ingenomen, verwoest en geplunderd door de veroverende legers. Na deze periode veranderde Oostende in een haven van enige betekenis. In 1722 sloten de Nederlanders de toegang tot de haven van Antwerpen, waardoor Oostende steeds belangrijker werd omdat het een alternatieve toegang tot de zee bood.
De Zuidelijke Nederlanden (het huidige België) waren onderdeel geworden van het Oostenrijkse keizerrijk. Keizer Karel VI van Habsburg verleende de stad het monopolie op de handel met Afrika en het Verre Oosten. De Oostendse Compagnie mocht overzeese kolonies stichten. In 1727 moest de Oostendse Compagnie echter onder Nederlandse en Britse druk haar activiteiten staken. Nederland en Groot-Brittannië stonden concurrenten niet toe om op het niveau van de internationale handel te handelen, maar de naties beschouwden internationale handel als hun voorrecht.
In latere tijden breidde de haven van Oostende zich verder uit dankzij de verbetering van de havenstructuur en de verbindingen met het binnenland. In 1838 werd een spoorverbinding met Brussel aangelegd. Oostende werd in 1846 een doorvoerhaven voor Engeland, toen de eerste veerboot naar Dover voer. Het speelt deze rol vandaag niet meer, behalve voor vracht, als een alternatieve oversteekplaats voor het Kanaal naar Calais, Frankrijk. De aandacht die het kreeg van de Belgische koningen Leopold I en Leopold II was van groot belang voor het imago van de stad. Ze brachten allebei graag hun vakantie door in Oostende. Belangrijke monumenten en villa’s werden gebouwd om de koninklijke familie te plezieren. De rest van de Belgische aristocratie imiteerde hen onmiddellijk en Oostende werd bekend als “de koningin van de Belgische badplaatsen”.
Toerisme & bezienswaardigheden
La Peperbusse, lokale naam van de oude klokkentoren van een verbrande kerk.
Hotels onderweg bij bezienswaardigheden zijn te cinden bij het Casino, het Leopoldpark, het Maria Hendrikapark en het Napoleon Fort (niet te verwarren met route Napoleon).
Monumenten
Lange Nelle
De Peperbus
Sportclubs
K.V. Oostende (voetbal)
Basket Club Oostende (basketbal)
Luchthavens
De stad Oostende wordt bediend door de luchthaven van Oostende, die voornamelijk wordt bediend door lagekosten- en vrachtmaatschappijen.